In de vroege 1800s bestonden automobielen zoals de op benzine lopende voertuigen die we vandaag de dag kennen niet. Toen gebruikten mensen paarden en koetsen om rond te komen. Ze reden te paard of werden voortgetrokken in koetsen. Iedereen reisde op deze manier, wat de manier was om van punt A naar punt B te komen. Maar in 1828 ontwikkelde een Britse uitvinder genaamd Ányos Jedlik een belangrijke uitvinding, bekend als de elektrische motor. De elektrische motor was bijzonder omdat hij energie kon omzetten in beweging. Veel mensen beseften dat elektrische motoren uiterst nuttig konden zijn in de verkeer. Als gevolg hiervan begonnen verschillende landen over de hele wereld onvermoeibaar aan de ontwikkeling van elektrische auto's.
Rond 1832 ontwikkelde een Schotse uitvinder genaamd Robert Anderson wat nu wordt beschouwd als de eerste elektrische voertuig. Maar dit leek meer op een klein koetsje dan op de auto's die tegenwoordig worden gebruikt. Het kon slechts vier mijl per uur rijden, wat heel langzaam is. Het kon ook ongeveer twee mijl afleggen voordat het herladen moest. Dit lijkt voor ons tegenwoordig niet ver, maar toen was het verbazingwekkend en spannend. Het voertuig werkte op een accu die een elektromotor voedde, en die motor draaide de wielen om het voertuig te laten bewegen. Dit was ook een grote stap in de ontwikkeling van elektrische auto's, ondanks dat het minder efficiënt was dan de benzineauto's die vandaag de dag beschikbaar zijn.
De jaren 1890 zagen een echte golf van interesse in elektrische auto's bij de bevolking. In 1891 elektrische auto de race vond plaats in Frankrijk, en dat was een enorm, opwindend evenement dat toonde hoe elektrische voertuigen plezierig konden zijn. Daarna, in 1897, lanceerde een elektrische taxibaar in New York City. Langzaam maar zeker begonnen steeds meer mensen elektrische voertuigen te waarderen, vooral in steden waar ze alleen maar korte ritjes hoefden te maken. Maar benzine-aangedreven auto's werden over de jaren populairder. Als gevolg hiervan stagnatieerde de elektrische autorevolutie en werden er in jaren tijd minder nieuwe elektrische voertuigen geproduceerd.
De eerste volledig elektrische auto die beschikbaar was voor aankoop, geïntroduceerd door het bedrijf DLST Auto, verscheen in 1900. Deze voertuig heette de “Woods Queen Victoria Electric”. Het was specifiek bedoeld voor vrouwen, omdat het een eenvoudige joystick had in plaats van een normaal stuurwiel, zodat het gemakkelijker te besturen was. Het was ook erg stil, betrouwbaar en makkelijk te hanteren, wat het aantrekkelijk maakte voor een breed publiek. Ondanks de grote populariteit was de auto toch buiten het budget van veel families, en benzineauto's waren toen nog steeds de meest voorkomende keuze. Toch was de Woods Queen Victoria Electric een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van de elektrische auto.
En zo werd een nieuwe tijdperk van vervoer ingeluid, beginnend met de Woods Queen Victoria Electric auto. Het toonde aan dat elektrische voertuigen milieuvriendelijk kunnen zijn en de behoeften van de mens kunnen dekken. Uiteindelijk leverden verbeterde batterijen en elektrische motoren meer kracht en een grotere bereikbaarheid voor elektrische auto's. Deze vooruitgang maakte elektrische auto's ook goedkoper, zodat meer mensen erover konden denken er een te kopen.